De pijnlijke reis van een vrouw op een puntig houten ros in een kerkeromgeving

Een onderdanige vrouw, gebonden en bloot, ondergaat een pijnlijke rit op een puntige fallus in een kerkeromgeving. Haar meester martelt haar met zwepen en harde bewegingen, duwt haar tot het uiterste.

Zet je schrap voor een wilde rit als onderdanige slavin, ontdaan van haar waardigheid en vrijheid, wordt gebonden en overgeleverd aan haar sadistische meester. Haar ongelukkige taak? Een spits houten ros monteren, haar intieme zone bedreigd door zijn scherpe rand. Bij elke poging wint ze van de pijn, haar meester geniet van haar ongemak. Dit is geen simpele rit, maar een reis van marteling en vernedering. De kerkeromgeving draagt bij aan de griezelige sfeer, de koude stenen muren die haar kreten van kwelling weerklinken. Haar haarloze, geschoren lichaam glinstert onder de schemerige dungelichten, een schril contrast met de harde realiteit van haar. Elke keer klimt ze met een kruising van pijn, zweept ze op en voegt er nog een test aan toe. Dit is niet alleen een ritje, maar een tocht van pijn, BSM en dansen is slechts een danstocht, de regel van onderdans en onderdrukking, waar de regel is dat de onderdanigheid van haar meester moet worden bestreden, en de regel van martelheid moet worden opgeheven. Som en de regel is enkel een marteling van onderdanigheid en de regel om haar te martelen.